Waarom schommelen in een kerk?

Het is een vraag die we vaak krijgen. Toch is het antwoord niet zo eenduidig en zijn er verschillende standpunten over in te nemen. YOT-bestuurder Jan De Vriese verwoordt zijn kijk op de schommel in deze tekst.

Heen en weer en op en neer

Herinner jij het je nog? Jouw schommeltijd?

Het begon met: “duwen, duwen!?” en “nog een keer, nog een keer!”.

Heen en weer en op en neer.

Later deed je het op eigen kracht. Omhoog, omlaag. Trekken en strekken, duwen en krimpen. Jezelf groot maken en dan weer klein worden. Voorwaarts en achterwaarts. Naar boven, naar beneden en
weer naar boven.

Schommelen met al zijn varianten. In je eentje of samen met een vriendje. Strijden om ter hoogst of gezellig een babbeltje slaan. De hemel bestormen of zachtjes wiegen en wegdromen. Zitten of rechtstaan. Met een gezwind tempo je kinderlijke energie uitleven of jezelf rustig laten uitzwaaien tot je stilvalt. Soms een afsprong wagen…

Hier mag je het nog eens doen

In deze kerk. Op een schommel van volwassen formaat. Je kindertijd herbeleven. Immers: “Aan wie zijn als kinderen, is het Rijk Gods.” (Marcus 10,14)

Je doorheen het kerkgebouw bewegen op een ongewone manier. Van de grond loskomen en heen en weer zwieren tussen hemel en aarde. Op eigen kracht of met een welwillend duwtje van een metgezel. De dagelijkse rompslomp even loslaten. Genieten van het spelen met de wet van de zwaartekracht. Kijken vanuit een nieuw perspectief. De buitenruimte van de Magdalena verkennen of je even mediterend in je binnenruimte terugtrekken.

Er zijn mensen die beweren

dat een schommel niet thuishoort in een kerk. Zo’n mensen heb je altijd. Ze hebben natuurlijk gelijk. Niet omdat de schommel geen deel uitmaakt van het traditionele kerkmeubilair. Want traditie op zich kan nooit een goed argument zijn. Ook niet omdat het gaat om een kinderspeeltuig. Want kinderen, zelfs grote, hebben hier hun plaats. Evenmin omdat het in een geloofsruimte ongepast zou zijn om te genieten of met speelse humor en blijheid in het leven te staan.

Ze hebben gelijk in zoverre de schommel gebonden is aan de cirkeltijd. Wanneer je in het leven de tijd uitsluitend beleeft als een cirkel, is er wel beweging maar geen vooruitgang. Er gebeurt iets, maar er verandert eigenlijk niets. De cirkeltijd kan ons een gevoel van veiligheid bieden of zelfs troosten. ‘Na regen komt zonneschijn’. Maar de cirkel kan ons ook beklemmen en klein houden. Na zonneschijn komt immers onvermijdelijk weer regen. Schommelend loop je de kans vast te lopen in het onveranderlijke en soms onverbiddelijke heen en weer en op en neer.

De joods-christelijke traditie brengt een ander tijdsperspectief binnen. Geen eindeloos en uitzichtloos heen en weer slingeren tussen op en af, maar een bevrijdend visioen van ‘een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’. Een religie voor volwassenen die het wagen te leven vanuit een ‘tweede naïviteit’. Inzetten op het ‘hier en nu’ vanuit de hoop op een voltooiing ‘ooit en eens’.

En toch verdient de schommel zowel hier als in het leven zijn plaats

En toch verdient de schommel zowel hier als in het leven zijn plaats. Geen enkel voorwerp of symbool moet immers alles uitdrukken. Als dat wel zo was, dan mochten er ook geen stoelen staan in de kerk. Want het volk Gods is toch altijd onderweg?

Dus onderweg én in verwachting van de voltooiing omarmen we de schommel als een symbool van onze menselijke bestaansconditie: schommelend tussen hemel en aarde, tussen ups en downs en wel en wee, tussen ja en neen en voor en tegen, tussen vreemd en bekend en veraf en dichtbij, tussen oud en nieuw en gisteren en morgen, tussen… en …

En wanneer je de tijd rijp acht, dan kan je een afsprong wagen.

Wanneer de pelgrims naar Santiago de Compostella

na een maandenlange tocht eindelijk de kathedraal van Sint Jakob bereiken, kunnen ze op kerkelijke hoogdagen een buitengewoon ritueel meemaken. De ‘botafumeiro’ is een reusachtig zilveren wierookvat dat aan meterslange touwen doorheen het dwarsschip heen en weer wordt gezwaaid en zijn heerlijke geuren in de kerkruimte verspreidt. Wie dit wenst kan zichzelf als een ‘levende botafumeiro’ doorheen de Brugse Magdalenakerk laten zwieren, en zich als een geurig geschenk toevertrouwen aan de Schenker en Behoeder van het leven.


Jan De Vriese voor YOT
Moerkerke, 3 maart 2017